De AEX is de bekendste beursindex van Nederland en wordt gezien als dé graadmeter voor de prestaties van de grootste beursgenoteerde ondernemingen. Maar welke bedrijven drukken nu écht het zwaarste op de index? Hoe wordt die weging bepaald, hoe zag dat er tien jaar geleden uit en hoelang maken deze zwaargewichten al deel uit van de AEX? In dit artikel nemen we je mee langs de feiten en de geschiedenis. Deze analyse sluit nauw aan bij AEX Bedrijven: Samenstelling van de 25 fondsen en geeft zo extra context aan de huidige verdeling.
De huidige zwaargewichten (2025)
Kijk je naar de huidige samenstelling van de AEX, dan springt vooral één ding in het oog: een klein groepje grote bedrijven bepaalt een aanzienlijk deel van de index. Bovenaan de lijst staat ASML met het maximale toegestane gewicht van 15%. Kort daarachter volgen Unilever en Shell, die beide rond de 14% wegen. Daarna zien we RELX met iets meer dan 9% en Prosus en ING met respectievelijk ruim 6%. Ook Adyen, Wolters Kluwer, Ahold Delhaize en Universal Music Group behoren tot de huidige top.
Het opvallende is dat de AEX-regels voorkomen dat één enkel aandeel de index volledig domineert. Het maximale gewicht per aandeel is vastgesteld op 15%, waardoor zelfs een gigant als ASML begrensd blijft in zijn invloed. Deze begrenzing wordt ieder kwartaal toegepast, zodat schommelingen in beurswaarde niet tot extreme verhoudingen leiden.
Hoe wordt de weging bepaald?
De AEX is een zogeheten free float market cap-gewogen index. Dat betekent dat de waarde van een bedrijf in de index wordt bepaald door de beurskoers te vermenigvuldigen met het aantal vrij verhandelbare aandelen. Hoe hoger deze waarde, hoe groter het gewicht in de index.
Naast de reguliere jaarlijkse herziening in maart zijn er ook kwartaalreviews in juni, september en december. Dan wordt gekeken of bedrijven moeten worden toegevoegd, verwijderd of in gewicht aangepast. Dit zorgt ervoor dat de AEX altijd een actuele afspiegeling blijft van de grootste en meest invloedrijke beursfondsen in Nederland.
Vanaf 2025 wordt het aantal bedrijven in de AEX uitgebreid van 25 naar 30, waardoor de index iets breder wordt gespreid.
De situatie 10 jaar geleden
Als we teruggaan naar 2015, zien we een iets ander beeld. Toen stonden Shell en Unilever al stevig aan de top, met gewichten van ruim 14% en 15%. ING was toen nog de derde zwaargewicht, gevolgd door ASML, dat met minder dan 8% nog niet de dominante positie had van nu.
Andere prominente namen in de top 10 van toen waren Philips, Ahold, Heineken, KPN, AkzoNobel en ArcelorMittal. De technologiesector was toen duidelijk minder zwaar vertegenwoordigd, terwijl olie, voeding en consumentengoederen een groter deel van de index uitmaakten.
Hoelang maken deze bedrijven al deel uit van de AEX?
- Shell – Sinds de oprichting van de AEX in 1983 onafgebroken aanwezig.
- Unilever – Ook sinds 1983 lid van de index en altijd in de top van de weging.
- Ahold Delhaize – Begon als Ahold in 1983, na de fusie met Delhaize bleef het concern in de AEX.
- ING – Sinds begin jaren negentig aanwezig, maar via voorgangers al vanaf 1983 vertegenwoordigd.
- ASML – Toegetreden in de jaren negentig en sindsdien uitgegroeid tot het zwaargewicht van nu.
- RELX – De uitgeverij- en datagigant heeft al tientallen jaren een vaste plek in de index.
- Adyen – In 2019 opgenomen in de AEX, slechts enkele jaren na de beursgang.
- Prosus – Genoteerd in 2019 en binnen enkele maanden opgenomen in de AEX.
- Universal Music Group – Toegetreden in 2021 na de beursnotering in Amsterdam.
Hieruit blijkt dat de kern van de AEX wordt gevormd door enkele oerleden, aangevuld met nieuwkomers uit snelgroeiende sectoren zoals technologie en entertainment.
De rol van de 15%-cap
De maximale weging van 15% speelt een cruciale rol in de balans van de index. Zonder deze regel zou één aandeel (met name ASML) een onevenredig grote invloed hebben op de AEX. De cap zorgt ervoor dat er meer spreiding is en dat de prestaties van meerdere bedrijven bepalend zijn voor de richting van de index.
Wat betekent dit voor beleggers?
Wie in een AEX-tracker of ETF belegt, moet weten dat een handvol bedrijven het grootste deel van de prestaties bepaalt. Op dit moment zijn dat ASML, Unilever, Shell en RELX. Deze namen zijn dus cruciaal voor het rendement van de index. Tegelijkertijd laat de vergelijking met tien jaar geleden zien dat sectoren in belang kunnen verschuiven. Technologie en data zijn nu veel zwaarder vertegenwoordigd, terwijl traditionele sectoren iets aan gewicht hebben ingeleverd.